Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:

Binnenzetraamsystemen in monumentale gebouwen.

Praktijkvoorbeeld:

Uitleg bovenstaande voorstellen aan de hand van tekst "Binnenzetraamsystemen in monumentale gebouwen - problemen en oplossingen. (documentatie Rijksgebouwendiens)", met aanpassingen waar relevant, hieronder.

Problemen in de praktijk

Er worden veel eisen gesteld aan monumentale panden die heden ten dage onder meer als museum functioneren. De eisen, die voortkomen uit de monumentale status van een gebouw en het eisenpakket van de gebruiker cq opdrachtgever, veroorzaken een spanningsveld waarbij het moeilijk kan zijn om oplossingen te vinden.

voorbeeld van gevelfragment monumentale panden zie voorbeeld detailwijziging bij toepassen dubbel glas in bestaand monumentaal raamkozijn

bestaande details
bestaande raamdetails exclusief achterzetraam.


Voorstel 1: achterzetramen (bestaande situatie handhaven).

(voor gebruiker niet acceptabel)

De bestaande achterzetramen aangebracht medio jaren 80 voldeden niet meer als gevolg van de gewijzigde binnenklimaat situatie.
Voorgesteld werd een binnenzetraamsysteem conform voorstel 5 (Janisol). Dit was niet bespreekbaar - het verschil met de bestaande achterzetramen en de eisen van Monumenten gesteld in de verstrekte bouwvergunning werd niet begrepen.
klik hier om naar boven te gaan


Vervangen van bestaande beglazing:

(Voorstel 2 t/m 4 op verzoek van opdrachtgever = voorstel tegen advies in van ontwerpende partij)

Bij het vervangen van bestaande, enkelvoudige beglazing door isolatieglas zal in veel gevallen tevens het raamhout moeten worden vervangen.

nieuwe details zie extra   opmerkingen bij bovenstaande detailwijziging bij toepassen dubbel glas

Voordelen vervangen van bestaande beglazing:
  • Energetisch gezien een goede oplossing
  • Er kunnen meerdere eigenschappen in het glaspakket worden opgenoemen, zoals inbraakbeveiliging, zonwerende coating, etc.
  • Zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde is er, bij gebruik van plakroeden, Wiener sprosz etc, in enige mate behoud van het authentieke gevelaanzicht

Nadelen vervangen van bestaande beglazing:
  • Het toepassen van grote ramen met plakroeden heeft een negatief effect op de monumentale uitstraling.
    Er bestaat risico dat deze oplossing niet overal door de Welstand-/ Monumentencommissie wordt geaccepteerd.
  • Aanpassing vindt plaats aan binnen- en buitenzijde. Dit betekent extra overlast voor de gebruiker.

Glaskeuze:

Elke situatie kent specifieke details en problemen en vereist bouwkundige en bouwfysische expertise. Een van de belangrijkste aspecten is de glaskeuze. Er is op de markt een breed aanbod van keuzemogelijkheden.

zie ook bouwkundig detailleren: glas hoofdstuk glas bij materialisering, onderdeel materialen

Glassoorten die in dergelijke situatie's met name worden gebruikt zijn z.g. 'museum'glas en vacuumglas.

(Museum glas is minder geschikt voor toepassing in bevochtigde gebouwen dan vacuumglas, doch vacuumglas is een kostbare oplossing)

uitgangspunten glaskeuze
 

 
    uitgangspunten glaskeuze
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
    zie extra

    (Zie mailwisseling fragmenten betreffende glaskeuze)

 

Het aanbrengen van binnenzetramen:

Binnenzetramen worden vaak gezien als de ideale oplossing in het kader van raamisolatie om het monumentale karakter van de (buiten)gevel te behouden en tevens te voldoen aan de eisen ten aanzien van energiebesparing, binnenklimaat en beveiliging. In de praktijk blijken echter ernstige problemen op te kunnen treden bij dit soort constructies. De geconstateerde problemen zijn:

1.  Vochtproblemen (in bevochtigde gebouwen):

  • overmatige condensatie op het buitenraam
  • condensatie op het binnenraam
  • damptransport door de constructie

  • Deze problemen komen in gebouwen zonder bevochtigingsregiem nagenoeg niet voor.

    2.  Problemen door zoninstraling

  • grote opwarming van de spouw (bij zonwering in de spouw)
  • thermische breuk van het glas
  • De problemen kunnen leiden tot glasschade, schimmelvorming, houtrot en versnelde degeneratie van het verfwerk.

    Aanbevelingen:

    fragment uit Binnenzetraamsystemen in monumentale gebouwen - problemen en oplossingen. (documentatie Rijksgebouwendienst)

    fragment uit Binnenzetraamsystemen in monumentale gebouwen - problemen en oplossingen. (documentatie Rijksgebouwendienst)

    zie extra   zie totale pdf van bovengenoemde documentatie.
    klik hier om naar boven te gaan


    voorstel 5:    binnenzetraam principe Janisol

    binnenzetraam principe Janisol
    klik hier om naar boven te gaan


    voorstel 6:    dubbele gevel MHB Sl30 serie

    de SL 30 serie van MHB.   SL 30 serie van MHB
    klik hier om naar boven te gaan


    eindvoorstel:    binnenzetraam als uitgevoerd

    binnenzetraam als uitgevoerd zie extra   tekening stalen raam van leverancier

    Er is er op een bepaald moment gekozen voor een stoeltjes profiel ipv de Janssen Janisol profielen. Deze keuze is vooral gemaakt naar aanleiding van de mogelijkheden van de leverancier. (Niet ieder gekozen en getekend profiel is ten alle tijde voorradig en door eenieder te leveren, tenzij prijs en tijd geen beletsel is.

    De grootste zorg van het ontwerpende team ging uit naar de sterkte en stijfheid van de totale constructie.
    De grootste ramen waren ca 2,5 m hoog en 1,4 m breed en hadden een totaal gewicht van ca 157 kg.
    Het toepaste P6b veiligheidsglas is van zichzelf altijd iets krom (maximaal 8 mm).
    Het stalen raam moest voldoende stijf zijn om ervoor te zorgen dat het stalen raam luchtdicht tegen het bestaande houten kozijn kon worden geplaatst, aangezien ook de bestaande houten kozijnen scheluw konden zijn.

    Omdat het toegepaste P6b veiligheidsglas bij inbraak ca 10 cm torsie kan weerstaan voordat het breekt, moet ook het raam dit kunnen weerstaan.
    Hierbij diende men vooral te letten op de glaslat-verbinding op het stoeltjes profiel, de toe te passen scharnieren en de montage tegen bestaande houten kozijn daar dit de zwakste punten zijn.

  • Het houten kozijn is voor het aanbrengen van de stalen ramen waar benodigd extra verankerd aan het omliggende metselwerk.
  • De bestaande enkele beglazing van de bestaande ramen is vervangen door Spaciaglas.

  •     Omdat de bestaande maatvoering van de ramen onderling varieerde en de sponningmaten voor de gararantie moesten voldoen aan de juiste sponningmaten
        is tijdens de uitvoering besloten de ramen nieuw uit te voeren in hardhout.
  • De gewichten en katrollen van de bestaande schuiframen zijn verwijderd en de aanwezige openingen zijn luchtdicht dichtgezet.
  • De schuiflatten tussen het houten bovenraam en onderraam zijn vastgeschroefd en de aanwezige naad is luchtdicht afgekit.
  • In de bovendorpel van elk houten bovenschuifraam zijn twee ventilatieopeningen geboord van rond 7 - 8 mm.
  • In de onderdorpel van elk houten onderschuifraam zijn twee ventilatieopeningen geboord van rond 7- 8 mm.
  • Bij harde wind en lage buitentemperaturen kan via de openingen een geconcentreerde luchtstroming optreden die het glas van het achterzetraam zodanig
        kan laten afkoelen dat aan de vertrek zijde condensvorming kan optreden (als gevolg van de bevochtigde lucht aldaar).
        Hiervoor is, over de volle kozijnbreedte, een houten lat (hoog 50 mm) geplaatst tussen het houten raam en het stalen achterzetraam.
  • De montage van het stalen achterzet raam op het houten kozijn is gebeurd d.m.v. schroeven welk om de +/- 300 a 350mm zijn aangebracht.
        Deze schroeven zijn zonder demontage van het draairamen niet te verwijderen.
  • Tussen het houten kozijn en het stalen raam is een compressieband aangebracht als luchtdichte aansluiting en is de aansluitnaad afgekit.
  • De afdichting van het stalen raam in het stalen kozijn is voor zover als (in de praktijk) mogelijk is luchtdicht uitgevoerd
        door een dubbele aanslag rubberen afdichtingsprofielen.(deze zijn op tekening niet aangegeven)
        Het sluitmechanisme van het raam moet deze luchtduchtheid waarborgen, hiervoor zijn aan de zijkanten van het kozijn
        extra sluitnokken aangebracht. (ook deze zijn op tekening niet aangegeven)
  • Het glas in het stalen raam is vol en zat in de kit beglaasd.
  • Aangezien de nieuwe stalen ramen haaks zijn en de bestaande kozijnen en ramen dit niet overal zijn, is er een aftimmerlat rondom de stalen raam aangebracht.
    Tevens is de stand van het midden kalf van de bestaande ramen vooraf op haaksheid bekeken en die van de stalen achterzetramen hierop gemaatvoerd.

    Het uitzetraam is uitgevoerd met een schaarkonstruktie voorzien van borgsluiting om het raam open te kunnen zetten voor glasbewassing en verhuistransport.
     


    Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
    dd: 05-11-2012

     

     
    klik hier om naar boven te gaan


     

     
    zie extra

    opmerkingen bij bovenstaande detailwijziging bij toepassen dubbel glas

    bestaande details nieuwe details

    Opmerkingen tekeningen ramen GWV
    Draairamen Merk W2-16 t/m 18; W2-12 t/m 15; W2-10 en 11
    Detail 1:
    Sponningdiepte voor het glas moet conform de plaatsingsvoorschriften van de glasfabrikant/-leverancier (de opleg van het glas moet minimaal 17 mm zijn; dus sponningdiepte minimaal 20 mm).
    De glaslatten moeten zeer stevig bevestigd worden (schroeven + lijmen).
    Plaatsing glas vanaf binnenzijde.

    Detail 2: Niet ontvangen!

    Detail 3:
    Sponningdiepte zie detail 1? Een grotere sterkte wordt verkregen door ook deze vertikale roede op te plakken.
    In plaats van 2 enkele glaslatten 1 glaslat toepassen. Dit geeft beduidend betere sterkte.

    Detail 4; W
    at is de samenstelling van het glas? (ruitdikte en aantal folies, b.v. 43434 of 44444)

    Detail 5:
    Sponningdiepte zie detail 1?

    Detail 6:
    Sponningdiepte zie detail 1?
    Hoe is vergrendeling draairaam/schuifraam? Moet meerpuntsvergrendeling zijn conform NEN 5089 klasse extra zwaar. Totale sterkte NEN 5096 klasse 4.

    Detail 7:
    Sponningdiepte zie detail 1?

    Hoe is vergrendeling draairaam/schuifraam? Moet meerpuntsvergrendeling zijn conform NEN 5089 klasse extra zwaar. Totale sterkte NEN 5096 klasse 4.
    klik hier om naar boven te gaan



     
    zie extra

    Fragmenten van mailwisseling n.a.v. glaskeuze.


    Naar aanleiding van eerder telefonisch contact hierbij de bevestiging voor onze afspraak op het werk voor aankomende maandag om 14.00 uur.

    Hierbij de gegevens met betrekking tot de beglazing.

    Enkele beglazing:
    Optie 1:

    -P6B low e coating 15 of 18 mm
    -dikte totaal 15 of 18mm
    -U waarde is 3.5

    Isolerende beglazing:
    Optie 2:

    -P6B met low e coating, 15 of 18 mm
    -6 mm spouw gevuld met gas: cripton
    -4 mm monumentenglas
    -U waarde is 1.5
    Opm.: Dit type glas dit kan alleen in kleine maten (ruiten) worden geleverd (+/-1m x +/-1m)

    Optie 3
    -P6B met low e coating, 15 of 18 mm
    -9 mm spouw gevuld met gas: cripton
    -6 mm monumentenglas
    -U waarde is 1.5
    Opm.: Dit type glas dit kan in grotere maten (ruiten) worden geleverd met gebruikmaking van plakroeden

    Optie 4
    -P6B met top n++, 15 of 18 mm
    -12 mm spouw gevuld met gas: Argon
    -6 mm monumentenglas
    -U waarde is 1.3

    Algemene opmerkingen:
    -Alleen bij spouwgrote van 12mm kan eventueel met wienerspros gewerkt worden
    -Let op!!! als de tegen ruit van monumentenglas is, is de max hoogte maat 2100 mm
    -Met alle combinaties kan voor verschillende typen glas gekozen worden: extra helder monumentenglas of gewoonglas
    -Indien de spouw gevuld wordt met criptongas geeft dit een behoorlijke meerprijs

    Vertrouwend erop je hiermee voldoende te hebben geinformeerd, verblijf ik

    met vriendelijke groet


    De keuze is min of meer gevallen op het dunnere glas.
    De afwegingen waren de volgende:

    -Doordat het glas te zwaar wordt wordt de detaillering van de ramen te afwijkend t.o.v het origineel
    -De opzichter was van mening dat wanneer je condensvorming tegen wilt gaan je minimaal een spouw van 12mm dient te hebben. Smaller spouw kan condensvorming niet tegen gaan. Doordat er in de vloer een ventilatie voorziening is opgenomen verwacht men dat er geen of weining condens vorming zal optreden.
    -Doordat het bestek niet aangeeft dat er monumentaal glas dient te worden gebruikt er ook maatproblemen optreden bij de enkele ramen dient er geen monumentaal glas te worden gebruikt. Ik begreep uit jou reactie dat het dan extra helder glas zal worden?

    Aan jou het verzoek om een monster te laten maken (wellicht twee stuks) een om af te geven in de keet en een om later te bemonsteren.

    Volgende vragen zijn er nog bij mij:
    -Klopt de conclusie van de opzichter m.b.t. de condens. (Niet dat we later beticht worden van verkeerde advisering ook is het zijn stelling/ mening
    -welke dikte wordt het nu precies 15 of 18mm.


    de opzichter heeft gelijk de de beste isolatie begind bij spouw 12 het dikken gelaagdeglas P6B zal waarschijnlijk al geen condensvorming geven zeker als er een goede vent. systeem is
    ik ga vandaag de fabriek bellen om monsters te maken 1 van gewoon glas 1 van extrahelderglas
    de dikte verschillen zit hem in de samenstelling van P6B
    je heb 66.8 (15 mm) en 4444.2 (18 mm ) we moeten ons door de fabriek laten adviceren wat de beste samenstelling is
    de inbraak werende folie wordt het liefst aan de binnen zijden geplaatst net als het werk stadhuis op de groenmarkt ik vraag ook monster aan


    -Bij het monster gaarne ook het certificaat af te geven.
    -Vrijdag is er een afspraak met de gebruiker e.d. Graag toon ik hen dan een monster. Gaat dit lukken?

    Met betrekking tot de toe te passen folie (inbraak/ anti ingooi ???) volgende vragen:
    -Kan je hiervan een monster afgeven worden. Op rol of een los stuk en een stuk op glas aangebracht.
    -Hoe wordt dit aangebracht? Achter de stopverf (stopfverf loshalen met alle gevolgen van dien) of wordt deze netjes langs de stopverf afgesneden. Opzichter heeft zo'n zijn vraagtekens ofdat dit netjes uitgevoerd kan worden.


    toevoeging -----:
    Spaciaglas als buitenbeglazing plaatsen.

    Ik heb de projectleider van de ----------- benaderd over de ramen aldaar.
    Hij gaat kijken of hij aan de tekeningen en specificaties kan komen.
    Echter kort samengevat willen we HR glas als buitenruit van het Spaciaglas en een uv folie in de spouw op het p6b glas.


    Als ik de notitie van --------- (d.d. 19-6-09, punt 3.1, tweede aanzet.) goed heb gelezen dient de folie op het spacia glas aan de buitenzijde te worden aangebracht en niet op het P6B. Indien deze op het P6B wordt aangebracht(wat ik niet denk omdat dit namelijk problemen oplevert in de spouw, zie ook foto's ------- ) geld hierook wellicht voor dat de garantie vervalt. (na te vragen bij de leverancier)

    Tevens is spacia glas een vastprodukt en kan het volgens mij niet uitgevoerd worden met HR beglazing (HR heef tbetrekking op de gebruikte folies en gassen in de spouw. In spaciaglas zit geen folie en het is vacuum.

    Graag verneem ik naast eventuele certificaten van het spaciaglas met folies ook een duidelijke uitspraak over hoe het glas dient te worden samengesteld en uitgevoerd indien deze afwijkt van het eerder gekozen principes.

    Verzoek om geen verwarrende, halve informatie te verstrekken maar eenduidige informatie.


    Gaarne wil de aandacht vestigen op het volgende:

    Beglazing:
    1) Met betrekking tot het de door mij ontvangen overzicht van de opstelling van de gevelramen (bijlage 1), achterzetramen en bijbehorende beglazing heb ik tot nu toe geen antwoorden gevonden (gekregen) ofdat het pakket voldoet aan de gestelde eisen ------. (Zie bijlge 1). De glasleverancier kan op de gestelde vragen geen antwoord geven. Vervolgens heb ik advies opgevraagd bij Peutz Kohler te zoetemeer. Als onafhankelijk gevelspecialist zijn zij nu bezig met hun bouwfysicus om te kijken ofdat de gestelde eisen gehaald kunnen worden. Wellicht bestaat er de mogelijkheid dat dit enkel d.m.v. beproeving (bij bijv. TNO) is vast te stellen. We praten hierover een nog niet eerder beproefde (wel toegepaste) opstelling.

    Daarnaast wordt er door hun gekeken ofdat er geen problemen te verwachten zijn met betrekking tot de vochthuishouding. Dit is ook tevens de grootste angst van de gebruiker. Ik deel die angst daar ik van verschillende bronnen verneem dat de voorgestelde opstelling niet risico vrij is. Maar dit wordt dus onderzocht. Van de ----- verneem ik graag of dat de gekozen richting de juiste is.


    Het ziet er m.i. positief uit.
    De gestelde bouwfysische eisen worden volgens een glasspecialist van Köhler-Peutz gehaald.
    Om ongecontroleerde toevoer van warme vochtige binnenlucht naar de raamspouw te voorkomen is een dampdichte afsluiting van het achterzetraam wenselijk. Heel kritisch is die echter niet omdat de thermische schil aan de buitenzijde ligt. Dat betekent dat een klein lekje niet direct tot grote problemen zal leiden bij lage buitentemperaturen (dit in tegenstelling tot b.v. de raamconstructie van -------- of de --------- waar de thermische schil aan de binnenzijde ligt, dus opgenomen in het achterzetraam).
    Ook in een goede achterzetraamconstructie kan echter altijd enige lichte condensvorming optreden, vanwege de goede thermische werking van het Spaciaglas zal dit echter minimaal zijn.

    Er zullen geen extra folies worden toegepast, niet voor zonwering en niet voor UV-wering.
    De zonwering/lichtwering geschiedt door een reflecterende binnenzonwering (Verosol o.g.) en de UV-straling wordt met name geweerd door de gelaagde ruit in het achterzetraam (UV-wering 99 %).

    Omdat de raamspouw zich aan de warme zijde bevindt is ontluchting op de buitenlucht niet noodzakelijk.
    klik hier om naar boven te gaan



     

     
    zie extra

    De SL 30 serie van MHB:

    Deze profielen zijn speciaal ontworpen om slanke en ranke deuren en puien toe te kunnen passen.


    klik hier om naar boven te gaan



     

     
    zie extra

    eindvoorstel:    binnenzetraam als uitgevoerd

    tekening stalen raam van leverancier


    klik hier om naar boven te gaan